Hoe werken de Amerikaanse verkiezingen?
![](https://static.wixstatic.com/media/c54786_5ee7223f983848ab8feff475181943ea~mv2.png/v1/fill/w_394,h_273,al_c,q_85,enc_avif,quality_auto/c54786_5ee7223f983848ab8feff475181943ea~mv2.png)
Tot begin juni vinden in de Amerikaanse staten de primaries en caucuses plaats, dat zijn een soort voorverkiezingen. Bij die voorverkiezingen (die ongeveer een jaar duren) wordt bepaald wie welke partij mag vertegenwoordigen. Dit gebeurt per staat. Om de voorverkiezingen te winnen moet je campagne voeren, maar dat kost veel geld. Daardoor vallen er vaak al veel kandidaten af. Er zijn twee grote partijen, de Democraten en de Republikeinen. Hillary Clinton vertegenwoordigd dit jaar de Democratische Partij, en Donald Trump de Republikeinse Partij.
Na de primaries en caucuses komen de conventies, hierbij stemmen de afgevaardigden van elke staat. Elke staat heeft een bepaald aantal afgevaardigden, wat afhangt van het inwonersaantal. Na de conventies zijn de twee definitieve presidentskandidaten bekend.
Pas dan, na de primaries en caucuses en conventies, begint de echte strijd over wie er president zal worden. Weer wordt er campagne gevoerd, maar nu veel minder lang, voor ongeveer drieënhalve maand. Op 8 november 2016 zijn de daadwerkelijke presidentsverkiezingen. De stemmen worden geteld per staat. Iedere staat wordt in het congres vertegenwoordigd door een bepaald aantal kiesmannen, dat bepaald wordt door het inwonersaantal. Er zijn in totaal 538 kiesmannen, waarvan 435 leden uit het Huis van Afgevaardigden, 100 uit de Senaat (2 per staat) en nog drie van Washington DC. Je wint de presidentsverkiezingen dus als je demeeste kiesmannen aan jouw kant hebt. Op 20 januari 2017 legt de nieuwe president een eed af, en dan is Obama officieel klaar.
Bron: www.sevendays.nl